Oprichting

De muziekvereniging "Crescendo" dankt in feite haar bestaan aan de opheffing van haar voorgangster de Harmonie-vereniging "de Eendracht" waarover we te weten zijn gekomen dat de gemeenteraad van Muiden, bij zijn besluit van 29 setember 1891, aan het bestuur van deze vereniging gratis en onder een viertal voorwaarden het buiten gebruik zijnde schoollokaal in gebruik gaf, om één of twee avonden in de week repetities en vergaderingen in te houden. Van dit lokaal maakte ook de in de maand oktober 1890 opgerichte Muider Zangvereniging "G.A. Heinze" gebruik. In de nacht van 21 op 22 augustus 1893 brandde deze school af waardoor beide verenigingen niet meer over een repetitieruimte beschikten. Dit is vermoedelijk de oorzaak van de opheffing van de muziekvereniging "de Eendracht". Hierdoor kwamen de inwoners van Muiden zonder muziekkorps te zitten. Dit gemis aan een muziekvereniging duurde tot januari 1896 toen enige onderofficieren en manschappen van het garnizoen te Muiden het fanfare-korps "Advendo" oprichtten, uitsluitend ter muzikale ondersteuning van militaire activiteiten. Tijdens openbare feesten en andere plaatselijke activiteiten trad dit korps niet op voor de burgers. Het niet hebben van een eigen civiele muziekvereniging werd al spoedig als een groot gemis gezien. te meer daar voor de lange winteravonden veel behoefte bstond aan gezelligheid en muzikaal genot. Een aantal op non-actief gestelde muzikanten van "de Eendracht" besloot om een nieuwe vereniging op te richten. De namen van een aantal oprichters hebben we kunnen achterhalen en zij worden hier "met ere" vermeld: J. Koster, N. van Proosdij, P. Helder, J. van Bremert, A. Vesten, G. van de Toorn, W. Zevering, W. IJben, K.H. Zevering en Sj. van Huissteden. Op 25 juli 1896 kwamen ze in het Naarderveerhuis bijeen om een muziekvereniging op te richten onder de naam "Crescendo".



Het geformeerde bestuur, bestaande uit de heren J.M. Boering (president), C. Hoogenhout (secretaris) en P. Ooms (penningmeester), kreeg tot taak - onder leiding van directeur A. Steenman - het muzikaal gevoel van de leden door het bespelen van instrumenten te ontwikkelen. Deze muzikale vorming was echter secundair, aangezien het reglement van de vereniging bepaalde: "Het doel der Vereeniging is, door onderlinge bijeenkomsten het gezellig samenzijn te vergrooten en...". Het gezellig samenzijn stond voorop en pas daarna kwam het musiceren. Voor zo'n wekelijks avondje betaalden de leden vijf cent contributie. Een Commissaris van Orde moest tijdens de repetities de goede orde handhaven; blijkbaar niet gedurende het gezellig samenzijn, waarvoor andere regels golden. Tot zover de vroegste Muidense muzikale geschiedenis.


<< Terug naar het menu